1. Materialen verzamelen:
- 4-polige aanhangeraansluiting
- Elektrische draad (meestal 4 verschillende kleuren:wit, bruin, groen en geel)
- Draadconnectoren of krimptang
- Elektrische tape
2. Remlichtdraden identificeren:
A. Lokaliseer de remlichtdraden van uw voertuig. Deze draden moeten doorgaans rood (rechts), groen (links) en zwart (aarde) zijn.
3. De 4-pins connector bedraden:
A. Neem de witte draad van de connector en sluit deze aan op de linker richtingaanwijzerdraad (meestal groen).
B. Sluit de bruine draad aan op de rechter richtingaanwijzerdraad (meestal rood).
C. Sluit de groene draad aan op de remlichtdraad (meestal een lichtere tint rood of kan de letter "B" hebben).
D. Sluit ten slotte de gele draad aan op de massa van het voertuig (meestal zwart).
4. De verbindingen beveiligen:
A. Gebruik draadconnectoren of soldeer de verbindingen om de draden goed vast te zetten.
B. Bedek eventuele blootliggende draden met isolatietape om kortsluiting te voorkomen.
5. De verbinding testen:
A. Schakel uw koplampen en remlichten in om de goede werking van de aanhangerverlichting te controleren.
Opmerking:
- Als uw voertuig afzonderlijke draden heeft voor achter- en remlichten, sluit u de groene draad aan op de draad van het achterlicht/looplicht en voegt u vervolgens een afzonderlijke draad van de remlichtdraad toe aan de remlichtaansluiting op uw 4-pins connector.
- Het is belangrijk om het specifieke bedradingsschema van uw voertuig te controleren om de nauwkeurigheid te garanderen, en een auto-expert te raadplegen als u elektrische problemen of onzekerheden heeft.