1. Kleine raketten (suborbitaal):Kleine raketten die worden gebruikt voor suborbitale vluchten, zoals sonderingsraketten of commerciële voertuigen voor ruimtetoerisme, hebben doorgaans een paar honderd kilogram tot een paar ton drijfgas nodig. Deze raketten zijn ontworpen om hoogten van een paar honderd kilometer of minder te bereiken en naar de aarde terug te keren zonder een baan om de aarde te bereiken.
2. Middelhoge raketten (orbitaal):Raketten die in staat zijn een baan om de aarde te bereiken, bekend als middelhoge voertuigen, hebben doorgaans enkele honderden tonnen drijfgas nodig. De SpaceX Falcon 9-raket, die wordt gebruikt om satellieten en vracht naar een lage baan om de aarde (LEO) te lanceren, heeft bijvoorbeeld een lanceringsmassa van ongeveer 550 ton, waarvan ongeveer 390 ton drijfgas is (een mengsel van vloeibare zuurstof en raket- kerosine).
3. Heavy-lift raketten (orbitaal):Heavy-lift raketten, ontworpen om grote ladingen te vervoeren of ruimtevaartuigen naar verre bestemmingen te sturen, vereisen aanzienlijk meer drijfgas. Raketten zoals de SpaceX Falcon Heavy, NASA's Space Launch System (SLS) of de aankomende Blue Origin New Glenn kunnen een startmassa hebben van meer dan enkele duizenden tonnen, waarbij het grootste deel van die massa uit drijfgas bestaat. De SLS heeft bijvoorbeeld een startmassa van ongeveer 2.700 ton, met ongeveer 2.000 ton drijfgas.
4. Interplanetaire missies:Raketten die bedoeld zijn voor interplanetaire missies, zoals die gebruikt worden om ruimtevaartuigen naar Mars of verder te sturen, hebben zelfs nog grotere hoeveelheden drijfgas nodig. Deze missies omvatten vaak meerdere fasen en complexe trajecten, waardoor verschillende brandwonden en aanzienlijke snelheidsveranderingen nodig zijn. De eisen aan het drijfgas voor dergelijke missies kunnen enkele honderden tonnen of zelfs duizenden tonnen bedragen, afhankelijk van de specifieke missie en het ontwerp van het ruimtevaartuig.
Het is belangrijk op te merken dat dit zeer ruwe schattingen zijn en dat het werkelijke brandstofverbruik kan variëren op basis van factoren zoals de efficiëntie van de raketmotoren, het gewenste traject en de specifieke missiedoelstellingen.