Wanneer vliegtuigbrandstof wordt verbrand in de verbrandingskamers van een straalmotor, ondergaat het een verbrandingsproces waarbij een aanzienlijke hoeveelheid warmte vrijkomt. Deze warmte-energie wordt vervolgens gebruikt om de turbines en compressoren in de motor aan te drijven, waardoor stuwkracht wordt gegenereerd en het vliegtuig vooruit wordt voortgestuwd.
Vliegtuigbrandstof wordt doorgaans opgeslagen in de vleugels van het vliegtuig in speciaal ontworpen brandstoftanks. De brandstof wordt vervolgens via een netwerk van pijpen en kleppen naar de motoren gevoerd, waar het wordt gemengd met perslucht en in de verbrandingsovens wordt ontstoken. De hete gassen die door het verbrandingsproces worden geproduceerd, worden vervolgens door de turbines geëxpandeerd en door het uitlaatmondstuk naar buiten geleid, waardoor de stuwkracht wordt gegenereerd die nodig is voor de vlucht.
De samenstelling en specificaties van vliegtuigbrandstof kunnen variëren afhankelijk van factoren zoals het type vliegtuig, het motorontwerp en de bedrijfsomstandigheden. Het belangrijkste bestanddeel van vliegtuigbrandstof blijft echter koolwaterstof, en het wordt op grote schaal gebruikt als de belangrijkste energiebron voor straalmotoren in de luchtvaart.