* Te veel belasting van de compressor. Dit kan gebeuren als er te veel luchtgereedschap op de compressor is aangesloten, of als het luchtgereedschap te intensief wordt gebruikt.
* Versleten of beschadigde riemen. Als de riemen versleten of beschadigd zijn, kunnen ze het vermogen van de motor niet goed naar de compressor overbrengen, waardoor de motor oververhit raakt.
* Niet goed uitgelijnde katrollen. Als de poelies niet goed zijn uitgelijnd, schuren de riemen tegen elkaar en veroorzaken wrijving, waardoor de motor ook oververhit raakt.
* Elektrische problemen. Als er elektrische problemen zijn met de compressor, zoals een losse verbinding of een defecte condensator, kan dit er ook voor zorgen dat de motor oververhit raakt.
* Gebrek aan ventilatie. Als de compressor niet goed wordt geventileerd, kan de door de motor gegenereerde warmte niet ontsnappen, waardoor de motor ook oververhit raakt.
Om overbelasting van de motor in een luchtcompressor met riemaandrijving te voorkomen, moet u:
* Zorg ervoor dat de compressor niet overbelast wordt.
* Inspecteer de riemen regelmatig en vervang ze als ze versleten of beschadigd zijn.
* Controleer de uitlijning van de katrollen en zorg ervoor dat ze goed uitgelijnd zijn.
* Laat de compressor regelmatig controleren door een gekwalificeerde technicus om er zeker van te zijn dat er geen elektrische problemen zijn.
* Zorg ervoor dat de compressor goed geventileerd is.