Stap 1: Schakel de parkeerrem in en zet de motor af.
Stap 2: Zoek en open de brandstofvulklep.
Stap 3: Verwijder de brandstofdop.
Stap 4: Steek de sleutel in het contact en draai deze naar de stand "ON". Start de motor niet.
Stap 5: Zoek het toegangspaneel van de brandstofpomp. Deze bevindt zich aan de passagierszijde van het voertuig, achter het achterwiel.
Stap 6: Verwijder het toegangspaneel door de schroeven te verwijderen waarmee het op zijn plaats wordt gehouden.
Stap 7: Koppel de elektrische connector los van de brandstofpomp.
Stap 8: Koppel de brandstofleiding los van de brandstofpomp.
Stap 9: Verwijder de brandstofpomp uit het voertuig.
Stap 10: Installeer de nieuwe brandstofpomp.
Stap 11: Sluit de brandstofleiding aan op de brandstofpomp.
Stap 12: Sluit de elektrische connector aan op de brandstofpomp.
Stap 13: Plaats het toegangspaneel terug.
Stap 14: Zet het contact uit.
Stap 15: Plaats de brandstofdop terug.
Stap 16: Sluit de brandstofvulklep.
Stap 17: Start de motor.
Stap 18: Controleer op lekken.