Voorbereidingen:
* Verzamel het benodigde gereedschap en een vervangend brandstoffilter (raadpleeg de gebruikershandleiding voor het specifieke filtertype).
* Zorg ervoor dat er voldoende brandstof in de tank zit om te voorkomen dat er tijdens het proces lucht in het brandstofsysteem terechtkomt.
Stappen:
1. Het voertuig voorbereiden: Parkeer het voertuig op een vlakke ondergrond, schakel de parkeerrem in en zet de motor af. Laat hem voldoende afkoelen als de motor heeft gedraaid.
2. Zoek het brandstoffilter:
* Open de tankvulklep en verwijder de tankdop.
* Het brandstoffilter van de VW Kever-benzine uit 1999 bevindt zich meestal in de motorruimte, vlakbij de brandstofinjectorrail.
3. Laat de brandstofdruk los:
* Als uw voertuig is uitgerust met een Schrader-klep op de brandstofrail, gebruik dan een geschikt gereedschap voor het ontlasten van de brandstofinjectie om de klep in te drukken en de brandstofdruk te laten ontsnappen.
* Als uw voertuig geen Schrader-klep heeft, kunt u de brandstofdruk laten ontsnappen door een brandstofleiding in de buurt van de motor los te koppelen en het open uiteinde af te dekken met een doek om eventueel gemorst materiaal op te vangen.
4. Verwijder de brandstofleidingen:
* Lokaliseer de brandstofleidingen die op het filter zijn aangesloten en koppel ze los met behulp van een brandstofleidingontkoppelingsgereedschap of een tang. Wees voorzichtig, er kan brandstof gemorst worden.
* Zorg ervoor dat er een geschikte opvangbak klaarstaat om gemorste brandstof op te vangen.
5. Verwijder het brandstoffilter:
* Maak het brandstoffilterhuis of de beugel los (indien aanwezig).
* Trek het oude brandstoffilter uit de behuizing en let daarbij op de richting van de brandstofstroom, aangegeven door een pijl op het filter.
6. Installeer het nieuwe brandstoffilter:
* Plaats het nieuwe brandstoffilter in de behuizing en zorg ervoor dat de brandstofstroompijl in lijn ligt met de richting van de brandstofstroom in het systeem.
* Zet het filter op zijn plaats vast met de bouten of clips die u eerder hebt verwijderd.
7. Sluit de brandstofleidingen opnieuw aan:
* Bevestig de brandstofleidingen opnieuw aan het filterhuis en zorg ervoor dat ze goed zijn aangesloten en stevig vastzitten.
* Gebruik indien nodig brandstofleidingklemmen om een goede verbinding te garanderen.
8. Het brandstofsysteem testen:
* Draai de contactsleutel naar de stand "ON", maar start de motor niet. Hierdoor kan de brandstofpomp het systeem onder druk zetten.
* Controleer op eventuele brandstoflekken rond het filter en de brandstofleidingaansluitingen.
9. Start de motor:
* Start de motor en laat deze enkele minuten draaien.
* Controleer de brandstofdrukmeter (indien aanwezig) om er zeker van te zijn dat de brandstofdruk binnen het gespecificeerde bereik ligt.
10. Controleer op lekken:
* Inspecteer tijdens en na het starten van de motor zorgvuldig alle aansluitingen van de brandstofleidingen en het filterhuis op tekenen van brandstoflekken.
11. Plaats de tankdop terug:
* Plaats de tankdop terug en sluit de brandstofvulklep.
Opmerking:
* Als het brandstoffilter ernstig verstopt of vuil is, kan de motor slecht lopen of afslaan, vooral onder belasting.
* Het wordt aanbevolen om het brandstoffilter te vervangen volgens het onderhoudsschema dat is gespecificeerd in uw gebruikershandleiding of zoals aanbevolen door uw monteur.