Deze gewichtslimiet is van toepassing op afzonderlijke vrachtwagens en trekkers en wordt gemeten aan de hand van het bruto voertuiggewicht (GVW), het totale gewicht van de vrachtwagen, de lading en de passagiers.
Het GVW van een vrachtwagen wordt berekend door het gewicht van de vrachtwagen zelf (ook wel het tarragewicht genoemd) op te tellen bij het gewicht van de lading en passagiers.
Het leeggewicht van een vrachtwagen kan variëren afhankelijk van het type vrachtwagen en de uitrusting ervan, maar varieert doorgaans van 15.000 tot 25.000 pond (6.804 tot 11.340 kg).
Het gewicht van de lading en passagiers van een vrachtwagen kan ook aanzienlijk variëren, afhankelijk van het type lading dat wordt vervoerd en het aantal mensen in de vrachtwagen.
Voor een typische trekker-oplegger kunnen de lading en passagiers echter ergens tussen de 25.000 en 55.000 pond (11.340 tot 24.948 kg) wegen.
Daarom kan het GVW van een typische trekker-oplegger variëren van 40.000 tot 80.000 pond (18.144 tot 36.287 kg).
De federale gewichtslimiet voor vrachtwagens op de snelweg van 80.000 pond (36.287 kg) werd in 1974 ingesteld door de Federal Highway Administration (FHWA) als een manier om bruggen en wegen tegen schade te beschermen.
De FHWA stelt ook gewichtslimieten vast voor andere soorten voertuigen, zoals bussen en auto's.
Naast de federale gewichtslimieten hebben sommige staten ook hun eigen gewichtslimieten die restrictiever zijn dan de federale limieten.
De staat Californië heeft bijvoorbeeld een gewichtslimiet van 73.280 pond (33.245 kg) voor enkele vrachtwagens en 82.000 pond (37.195 kg) voor trekkers.