1. Zorg er eerst voor dat alle versnellingen in neutraal staan.
2. Druk de koppeling op de grond.
3. Duw de versnellingspook in de eerste versnelling.
4. Laat de koppeling langzaam los.
5. Geef gas terwijl u door de versnellingen schakelt.
6. Om terug te schakelen drukt u de koppeling op de grond en drukt u de schakelhendel in de lagere versnelling.
7. Laat de koppeling langzaam los.
8. Rem terwijl u terugschakelt door de versnellingen.
Hier volgen enkele aanvullende tips voor het schakelen:
* Schakel naar een lagere versnelling als u bergop rijdt of langzamer gaat rijden.
* Schakel naar een hogere versnelling als u bergafwaarts rijdt of accelereert.
* Schakel niet tussen versnellingen als u op een gladde ondergrond rijdt.
* Als u problemen ondervindt bij het schakelen, stop dan het voertuig en controleer het transmissievloeistofpeil.
* Als het transmissievloeistofpeil correct is, laat de transmissie dan controleren door een gekwalificeerde monteur.