Onjuiste bougies:Als de nieuw geïnstalleerde bougies niet de juiste zijn voor uw voertuig of als ze een onjuiste afstand hebben, kan dit leiden tot ontstekingsfouten en een wankele motor. Zorg ervoor dat het type, de maat en de afstand van de bougies overeenkomen met de specificaties van de fabrikant.
Losse bougiekabels:Zorg ervoor dat de bougiekabels goed zijn aangesloten en stevig vastzitten aan de bougies en de verdeler (indien van toepassing). Losse verbindingen kunnen ontstekingsfouten veroorzaken en een trillende motor tot gevolg hebben.
Beschadigde bougiekabels:Controleer de bougiekabels op schade, scheuren of scheuren. Beschadigde draden kunnen leiden tot vonkenlekkage en ontstekingsfouten, waardoor de motor kan gaan trillen. Vervang eventuele beschadigde bougiekabels indien nodig.
Vacuümlek:Als er een vacuümlek in de motor is, kan dit een arm brandstofmengsel veroorzaken en resulteren in ruw stationair draaien en trillen van de motor. Inspecteer de vacuümleidingen op scheuren of loskoppelingen en zorg ervoor dat ze goed zijn aangesloten.
Defecte componenten van het ontstekingssysteem:Problemen met andere componenten in het ontstekingssysteem, zoals de bobine, verdeler (indien van toepassing) of ontstekingscontrolemodule, kunnen ook leiden tot trillende motor. Als het probleem aanhoudt nadat u de bougies, kabels en vacuümleidingen heeft gecontroleerd, is het raadzaam om het gehele ontstekingssysteem te laten inspecteren door een gekwalificeerde monteur.