1. Lucht/brandstofmengsel is te arm
In een benzinemotor moet het lucht/brandstofmengsel zich in een bepaalde verhouding bevinden (meestal rond de 14,7:1) om goed te kunnen verbranden. Als het mengsel te arm is (te veel lucht, te weinig brandstof), kan dit een terugslag veroorzaken. Dit kan te wijten zijn aan een aantal problemen, zoals:
* Een vacuümlek in de motor.
* Een defecte zuurstofsensor of brandstofinjector.
* Verkeerd gedimensioneerde brandstofinjectoren of carburateursproeiers.
2. Het ontstekingstijdstip is te geavanceerd
Het ontstekingstijdstip van een motor verwijst naar de timing van het afvuren van de bougie ten opzichte van de positie van de zuiger. Als de timing te vroeg is (dat wil zeggen dat de bougie te vroeg ontsteekt), kan dit ervoor zorgen dat het brandstofmengsel te vroeg in de cilinder ontbrandt, wat resulteert in een terugslag. Dit kan komen door:
* Een losse of versleten verdeler.
* Een defecte ontstekingsregelmodule.
*Onjuist ontstekingstijdstip.
3. Defecte ontstekingscomponent
Elk ontstekingsonderdeel dat niet goed functioneert, kan een terugslag veroorzaken, zoals:
* Een versleten bougie.
* Een defecte bougiekabel.
* Een slechte verdelerkap of rotor.
Andere oorzaken van terugslag
Hoewel bovenstaande de meest voorkomende oorzaken van terugslag zijn, kunnen er nog andere mogelijke factoren zijn, zoals:
* Een verstopte katalysator.
* Een uitlaatlek.
* Een defecte klep.
Diagnostiek en probleemoplossing
Het diagnosticeren van de exacte oorzaak van een terugslag kan een uitdaging zijn vanwege het aantal mogelijke factoren dat hierbij betrokken is. De eerste stap is echter doorgaans het controleren van het lucht/brandstofmengsel en het ontstekingstijdstip. Mogelijk moet u een diagnostisch hulpmiddel zoals een scantool of een uitlaatgasanalysator gebruiken om deze parameters goed te evalueren en de hoofdoorzaak van de terugslag te identificeren.