Achteruitkijkspiegel
- Als u voortdurend in uw achteruitkijkspiegel kijkt, is dit een teken dat u niet ver genoeg vooruit kijkt. Kijk maar om de paar seconden in uw achteruitkijkspiegel om er zeker van te zijn dat er niemand achter u is die probeert te passeren.
- Het scannen tussen uw zijspiegels en de achteruitkijkspiegel duurt samen slechts 3-4 seconden. Meer tijd dan dat is onnodig.
Volgafstand
- Als u de auto voor u te dicht volgt, is dit een teken dat u niet ver genoeg vooruit kijkt. U moet altijd minimaal twee autolengtes kunnen zien vóór de auto die u volgt. Hierdoor heeft u voldoende tijd om te reageren als de auto voor u plotseling stopt.
- De meest gebruikelijke aanbevolen volgafstand is 3-4 seconden achter de auto voor u. Dit kan worden geschat door naar een vast object aan de kant van de weg te kijken (zoals een bord) en te tellen hoe lang het duurt vanaf het moment dat de auto voor u dat object passeert totdat u hetzelfde object passeert.
Perifeer zicht
- Als u uw perifere zicht niet gebruikt, kijkt u niet ver genoeg vooruit. U moet voortdurend de weg voor u scannen, op zoek naar mogelijke gevaren. Dit omvat zaken als voetgangers, fietsers en andere auto's. Uw perifere zicht kan ook worden gebruikt om gevaren aan de kant van de weg op te merken, zoals kuilen of puin.
- Door gebruik te maken van perifeer zicht kunt u uw blik op de weg voor u houden, terwijl u zich nog steeds bewust bent van wat er om u heen gebeurt.
Voorspellend rijden
- Als je niet voorspellend rijdt, kijk je niet ver genoeg vooruit. Je moet altijd anticiperen op wat andere bestuurders gaan doen. Dit betekent dat u zich bewust moet zijn van hun snelheid, hun richting en hun handsignalen. Ook moet je kunnen voorspellen wat voetgangers en fietsers gaan doen. Door voorspellend te zijn, kunt u snel reageren op eventuele veranderingen in de verkeerssituatie.
Defensief rijden
- Als je niet defensief rijdt, kijk je niet ver genoeg vooruit. Je moet altijd voorbereid zijn op het onverwachte. Dit betekent dat u zich bewust bent van de weersomstandigheden, de wegomstandigheden en de verkeersomstandigheden. U moet er ook op voorbereid zijn dat andere bestuurders fouten maken. Door defensief te zijn, kun je ongelukken voorkomen, zelfs als andere bestuurders fouten maken.
Als u zich aan een van deze gewoonten schuldig maakt, is dit een teken dat u tijdens het autorijden niet ver genoeg vooruit kijkt. Door een paar eenvoudige wijzigingen aan te brengen, kunt u uw rijgedrag verbeteren en het risico op ongevallen verkleinen.