1. Vuile of defecte IAC-klep :Zorg ervoor dat de klep goed kan openen en sluiten en reinig of vervang deze indien nodig.
Problemen met de gasklepstandsensor (TPS):
1. Defecte TPS :Storingen of onjuiste waarden kunnen het brandstof-luchtmengsel beïnvloeden en ervoor zorgen dat de motor afslaat.
Vacuümlekken :
1. Beschadigde of losse slangen :Ongedoseerde lucht kan de motor binnendringen, waardoor een arm lucht-brandstofmengsel ontstaat en mogelijk afslaat.
Defecte brandstofdrukregelaar :
1. Defecte regelaar :Handhaaft de brandstofdruk. Door een storing kan er te weinig of te veel brandstof bij de motor komen.
Problemen met de motortemperatuursensor (ECT):
1. Onjuiste metingen :Kan de motorregeleenheid (ECU) misleiden over de motortemperatuur, waardoor het lucht-brandstofmengsel en de stationairstabiliteit worden beïnvloed.
Problemen met O2-sensor :
1. Defecte sensor of bedrading :Beïnvloedt het brandstof-luchtmengsel en kan tot afslaan leiden.
Problemen met de bougies :
1. Versleten bougies of onjuiste afstand :Onvoldoende of inconsistente vonk kan verbrandingsproblemen veroorzaken.
Luchtfilter verstopt :
1. Vuile luchtfilter :Een beperkte luchtstroom kan het brandstof-luchtmengsel beïnvloeden.
Problemen met de massale luchtstroom (MAF)-sensor:
1. Vuile of defecte MAF-sensor :Kan onnauwkeurige metingen opleveren, waardoor het lucht-brandstofmengsel wordt beïnvloed.
Injectorproblemen :
1. Lekken of verstoppingen :beïnvloedt de brandstoftoevoer en veroorzaakt afslaan.
Problemen met de brandstofpomp :
1. Lage brandstofdruk :Kan leiden tot brandstofgebrek en het afslaan van de motor.
Mechanische fouten :
1. Mechanische problemen met de motor :Problemen zoals versleten zuigerveren, kleppen of problemen met de timing kunnen tot afslaan leiden.