1. Start de motor en laat hem opwarmen tot bedrijfstemperatuur.
2. Sluit een toerenteller aan op de motor.
3. Zoek de stationairluchtregelklep (IAC).
* Meestal gemonteerd op het gasklephuis
4. Draai de IAC-klepschroef met de klok mee of tegen de klok in om het stationair toerental aan te passen.
Afstellen totdat de motor het gewenste stationaire toerental bereikt, meestal rond de 600-700 tpm (raadpleeg uw specifieke reparatiehandleiding)
5. Zodra het stationair toerental is ingesteld, draait u de schroef van de IAC-klep vast om te voorkomen dat deze beweegt.
6. Test het stationaire toerental door de motor een paar keer aan en uit te zetten. Het stationaire toerental moet constant blijven.