* Laag transmissievloeistofniveau: Controleer het vloeistofpeil en de staat ervan. Een laag of vervuild vloeistofniveau kan ertoe leiden dat de transmissie slipt en afslaat.
* Defecte transmissiekoppelomvormer: De koppelomvormer verbindt de motor met de transmissie. Als deze defect is, kan de motor afslaan bij het schakelen.
* Slechte transmissiesolenoïden: Solenoïden regelen de vloeistofstroom in de transmissie. Als ze defect zijn, kunnen ze ervoor zorgen dat de transmissie niet goed schakelt en de motor afslaat.
* Mislukt transmissiefilter: Een vuil of verstopt filter kan de vloeistofstroom in de transmissie beperken, waardoor de transmissie oververhit raakt en afslaat.
* Problemen met de brandstoftoevoer:
* Lage brandstofdruk: Controleer de brandstofdruk. Een lage druk kan ertoe leiden dat de motor arm loopt en afslaat.
* Defecte brandstofpomp: De brandstofpomp levert brandstof aan de motor. Als deze defect is, kan de motor afslaan.
* Verstopt brandstoffilter: Een verstopt brandstoffilter kan de brandstofstroom naar de motor beperken, waardoor deze arm wordt en afslaat.
* Problemen met de luchtstroom:
* Vuil of verstopt luchtfilter: Een vuil luchtfilter kan de luchtstroom naar de motor beperken, waardoor deze arm gaat lopen en afslaat.
* Defecte luchtmassameter: De luchtmassameter meet de hoeveelheid lucht die de motor binnenkomt. Als het defect is, kan het onnauwkeurige signalen naar de motorcomputer sturen, waardoor de motor kan afslaan.
* Elektrische problemen:
* Zwakke batterij: Een zwakke of lege accu kan ervoor zorgen dat de motor afslaat wanneer deze in een versnelling wordt gezet.
* Defecte startmotor: De startmotor drijft de motor aan. Als deze defect is, kan de motor afslaan.
* Slechte contactschakelaar: De contactschakelaar schakelt de stroom naar de motor in. Als deze defect is, kan dit ervoor zorgen dat de motor afslaat.