[Afbeelding van een schematisch diagram van een Mazda B2200 pick-up brandstofinjectiesysteem uit 1992]
Het brandstofinjectiesysteem in een Mazda B2200 pick-up uit 1992 maakt gebruik van een brandstofinjectiesysteem aan de poort. Dit betekent dat de brandstofinjectoren zich in het inlaatspruitstuk bevinden en brandstof rechtstreeks in de inlaatpoorten spuiten. Het brandstofinjectiesysteem wordt bestuurd door een computer, die verschillende sensoren gebruikt om te bepalen hoeveel brandstof er moet worden ingespoten.
De belangrijkste componenten van het brandstofinjectiesysteem zijn:
* Brandstofpomp
* Brandstoffilter
* Drukregelaar
* Brandstofinjectoren
* Inlaatspruitstuk
* Gasklephuis
* Computer
* Sensoren
De brandstofpomp zuigt brandstof uit de brandstoftank en stuurt deze naar het brandstoffilter. Het brandstoffilter verwijdert eventuele onzuiverheden uit de brandstof. De drukregelaar regelt de druk van de brandstof die naar de brandstofinjectoren wordt gestuurd. De brandstofinjectoren spuiten brandstof in de inlaatpoorten. Het inlaatspruitstuk is de plaats waar de lucht en de brandstof zich vermengen voordat ze naar de motorcilinders worden gestuurd. Het gasklephuis regelt de hoeveelheid lucht die de motor binnenkomt. De computer gebruikt verschillende sensoren om te bepalen hoeveel brandstof er moet worden ingespoten. Deze sensoren omvatten de:
* Zuurstofsensor
* Luchtmassameter
* Gasklepstandsensor
* Motortemperatuursensor
De computer gebruikt de informatie van deze sensoren om te berekenen hoeveel brandstof er moet worden ingespoten. De brandstofinjectoren spuiten vervolgens de juiste hoeveelheid brandstof in de inlaatpoorten.
Het brandstofinjectiesysteem in een Mazda B2200 pick-up uit 1992 is een complex systeem dat verantwoordelijk is voor het leveren van de juiste hoeveelheid brandstof aan de motor. Dit systeem is essentieel voor de goede werking van de motor.