[Afbeelding van het routeringsschema]
1. Krukaspoelie
2. Poelie van de stuurbekrachtigingspomp
3. Poelie van aircocompressor
4. Spanrol
5. Dynamopoelie
6. Spanrol
7. Waterpomppoelie
De riem moet in de volgende volgorde worden geleid:
1. Krukaspoelie
2. Spanrol
3. Spanrol
4. Poelie van aircocompressor
5. Waterpomppoelie
6. Dynamopoelie
7. Katrol van de stuurbekrachtigingspomp
Zorg ervoor dat u de riemspanning controleert en indien nodig aanpast. De riemspanning moet tussen 22 en 28 lb-in (2,5 en 3,2 Nm) liggen.