1. Parkeer het voertuig op een vlakke ondergrond en zet de motor af.
2. Open de motorkap en zoek de peilstok voor de transmissievloeistof. Het is meestal gemarkeerd met een rood of oranje handvat.
3. Trek de peilstok eruit en veeg hem schoon met een doek of tissue.
4. Steek de peilstok opnieuw in de transmissievloeistofbuis totdat deze helemaal vastzit.
5. Trek de peilstok er weer uit en controleer het vloeistofpeil. De vloeistof moet zich tussen de markeringen "FULL" en "ADD" op de peilstok bevinden.
Als het vloeistofpeil laag is, vul dan voldoende transmissievloeistof bij tot aan de markering "FULL". Gebruik uitsluitend Dexron III-transmissievloeistof.
Het is belangrijk om het transmissievloeistofpeil regelmatig te controleren, omdat een laag vloeistofpeil transmissieschade kan veroorzaken.