1-4-2-5-3-6
Dit betekent dat de bougiekabels in de volgende volgorde moeten worden aangesloten:
- Bougiekabel 1 naar cilinder 1
- Bougiekabel 4 naar cilinder 4
- Bougiekabel 2 naar cilinder 2
- Bougiekabel 5 naar cilinder 5
- Bougiekabel 3 naar cilinder 3
- Bougiekabel 6 naar cilinder 6
Deze ontstekingsvolgorde zorgt voor de juiste volgorde voor de vonkafgifte, waardoor optimale motorprestaties worden gegarandeerd.