1. Veiligheid eerst: Zorg ervoor dat u en anderen veilig zijn voordat u met werkzaamheden begint. Draag geschikte kleding en veiligheidsuitrusting, inclusief een reddingsvest en antislipschoenen.
2. Controleer de brandstof: Dieselmotoren hebben schone en verse brandstof nodig. Controleer de brandstoftank op water of verontreinigingen en vervang indien nodig het brandstoffilter. Gebruik alleen verse dieselbrandstof die speciaal is ontworpen voor scheepsmotoren.
3. Controleer het oliepeil: Zorg ervoor dat de motor voldoende motorolie heeft. Een laag oliepeil kan ernstige schade aan de motor veroorzaken. Controleer het oliepeil met de peilstok en voeg indien nodig meer olie toe.
4. Koelsysteem: Zorg ervoor dat het koelsysteem van de motor goed functioneert. Controleer op lekkages of verstoppingen en zorg ervoor dat het koelvloeistofpeil voldoende is.
5. Batterijcontrole: Batterijen hebben de neiging na verloop van tijd hun lading te verliezen als ze niet worden gebruikt. Controleer de accupolen op eventuele corrosie, maak ze indien nodig schoon en zorg ervoor dat de accu voldoende is opgeladen.
Startprocedure:
1. Neutrale positie: Zorg ervoor dat de motor in neutrale stand staat voordat u hem probeert te starten.
2. Gaspedaalstand: Zet de gashendel in de stand "Uit" of "Inactief".
3. Draaisleutel of startschakelaar: Steek de sleutel in het contact of draai de startschakelaar naar de stand "Aan".
4. Wacht op gloeibougie: Als de motor gloeibougies heeft, wacht dan een paar seconden totdat deze zijn opgewarmd voordat u probeert te starten. Raadpleeg de handleiding van uw motor voor de aanbevolen duur.
5. Start de motor: Draai de sleutel of de startschakelaar verder om de motor te starten.
6. Ga door met starten: Blijf de motor een paar seconden draaien. Als het niet start, wacht dan enkele ogenblikken voordat u het opnieuw probeert. Laat de motor niet langer dan 15-20 seconden continu draaien om overstroming te voorkomen.
7. Gasafstelling: Zodra de motor start, zet u de gashendel hoger stationair, zodat deze goed kan opwarmen.
8. Controleer de indicatielampjes: Controleer de indicatielampjes op het dashboard om er zeker van te zijn dat alles correct functioneert, zoals de oliedruk en het laadsysteem.
9. Bewaak de temperatuur: Houd de motortemperatuurmeter in de gaten. Als de temperatuur te hoog stijgt, zet dan de motor af en onderzoek de oorzaak.
Raadpleeg altijd de eigenaars- of servicehandleiding van uw specifieke scheepsdieselmotor voor de exacte procedures en aanvullende aanbevelingen met betrekking tot het starten van de motor na een lange rustperiode. Het is ook raadzaam om de hulp in te roepen van een gekwalificeerde scheepsmonteur als u niet zeker bent van of geen ervaring heeft met het uitvoeren van deze taak.