Het contactvlak is het kleine contactvlak tussen de band en het wegdek. Het is verantwoordelijk voor het genereren van de wrijving die nodig is om het voertuig te stoppen en te laten draaien. De rest van de band wordt gebruikt om het gewicht van het voertuig te ondersteunen en voor stabiliteit te zorgen.
Om een voertuig tot stilstand te brengen, oefenen de remmen wrijving uit op het contactvlak, waardoor het voertuig langzamer gaat rijden. De hoeveelheid wrijving hangt af van de wrijvingscoëfficiënt tussen de band en het wegdek. Hoe hoger de wrijvingscoëfficiënt, hoe meer wrijving er zal zijn en hoe sneller het voertuig zal stoppen.
Om een voertuig te laten draaien, wordt aan het stuur gedraaid, waardoor de voorbanden gaan draaien. Hierdoor ontstaat er een verschil in de contactvlakken tussen de voor- en achterbanden, waardoor een zijdelingse kracht ontstaat die het voertuig laat draaien. De hoeveelheid zijdelingse kracht is afhankelijk van de hoek van het stuur en de wrijvingscoëfficiënt tussen de banden en het wegdek. Hoe groter de hoek van het stuur, hoe meer zijdelingse kracht er zal zijn en hoe sneller het voertuig zal draaien.
De grootte en vorm van het contactvlak kunnen het rijgedrag en de prestaties van het voertuig beïnvloeden. Een breder contactvlak genereert meer wrijving en zorgt voor meer stabiliteit, terwijl een smaller contactvlak voor minder wrijving zorgt en het voertuig beter reageert op stuurinputs. De vorm van het contactvlak kan ook het rijgedrag van het voertuig beïnvloeden, waarbij een afgerond contactvlak een progressiever rijgedrag biedt dan een rechthoekig contactvlak.
