Auto >> Automobiel >  >> Motor

Welke pompen zijn actief in transport?

Bij actief transport worden moleculen of ionen tegen hun concentratiegradiënt door een celmembraan bewogen, wat energie-input vereist. De energie voor actief transport wordt geleverd door de hydrolyse van adenosinetrifosfaat (ATP). Hier zijn enkele pompen die betrokken zijn bij actief transport:

1. Natrium-kaliumpomp (Na+/K+ ATPase):Deze pomp is verantwoordelijk voor het in stand houden van de elektrochemische gradiënten van natrium- en kaliumionen door het plasmamembraan van dierlijke cellen. Voor elke gehydrolyseerde ATP pompt het drie natriumionen de cel uit en twee kaliumionen de cel in. Hierdoor ontstaat een concentratiegradiënt voor natrium- en kaliumionen, die verschillende cellulaire processen aanstuurt.

2. Calciumpomp (Ca2+ATPase):De calciumpomp wordt aangetroffen in het plasmamembraan van veel celtypen, evenals in de membranen van intracellulaire organellen zoals het sarcoplasmatisch reticulum in spiercellen. Het pompt calciumionen uit het cytosol naar de extracellulaire ruimte of naar intracellulaire opslagplaatsen, waardoor de calciumconcentratie in het cytosol wordt verlaagd.

3. Protonpomp (H+ ATPase):Protonpompen worden in verschillende celmembranen aangetroffen en zijn betrokken bij het creëren van een protongradiënt over het membraan. Ze pompen protonen (H+) van de ene kant van het membraan naar de andere, waardoor een elektrochemische gradiënt ontstaat die kan worden gebruikt voor verschillende processen, waaronder de opname van voedingsstoffen en de synthese van ATP.

4. Multimedicijnresistentiepompen:Multimedicijnresistentiepompen zijn eiwitten die actief een breed scala aan structureel niet-verwante verbindingen, waaronder medicijnen, uit de cel transporteren. Deze pompen worden aangetroffen in de plasmamembranen van veel celtypen en spelen een cruciale rol bij de resistentie tegen geneesmiddelen in kankercellen en andere ziekten.

5. Vacuolaire H+ ATPase:De vacuolaire H+ ATPase is een protonpomp die wordt aangetroffen in de membranen van plantenvacuolen en sommige dierlijke lysosomen. Het pompt protonen in de vacuole, verzuurt het lumen en creëert een elektrochemische gradiënt die de opname van verschillende moleculen in de vacuole stimuleert.