1. Koppel de vacuümleiding los van de turboactuator.
2. Verwijder de bouten waarmee de turboactuator aan de turbocompressor is bevestigd.
3. Verwijder de turboactuator van de turbocompressor.
4. Inspecteer de turboactuator op schade of slijtage. Vervang de aandrijving indien nodig.
5. Plaats de nieuwe of gerepareerde actuator op de turbocompressor en zet deze vast met de bouten die u in stap 2 hebt verwijderd.
6. Sluit de vacuümleiding weer aan.
7. Wis eventuele diagnostische foutcodes van de computer van het voertuig.
8. Test het voertuig op de weg om de juiste werking van de turbocompressor en actuator te verifiëren.