Hier zijn de stappen voor hoe een oliekoeler voor automatische transmissies werkt:
1. De transmissiepomp zuigt vloeistof uit de transmissiebak.
2. De vloeistof wordt door de transmissieoliekoeler gepompt.
3. De transmissievloeistof stroomt door de buizen in de koeler.
4. De koelvloeistof of lucht stroomt over de buizen en absorbeert warmte van de transmissievloeistof.
5. De gekoelde transmissievloeistof wordt teruggevoerd naar de transmissie.
De stroom koelvloeistof of lucht door de koeler kan worden geregeld door een thermostaat, die opent en sluit om de hoeveelheid warmte te regelen die wordt afgevoerd. De thermostaat bevindt zich meestal in de transmissiebak of in de koeler zelf.
Transmissieoliekoelers vormen een belangrijk onderdeel van automatische transmissies, omdat ze ervoor zorgen dat de transmissie op een veilige temperatuur blijft werken. Door de warmte van de transmissievloeistof af te voeren, helpt de koeler te voorkomen dat de vloeistof oververhit raakt en schade aan de transmissie veroorzaakt.