- Defecte zuurstofsensor: Een verouderde zuurstofsensor kan het zuurstofniveau in de uitlaat niet nauwkeurig controleren. Dit belemmert het vermogen van de ECM om de brandstofafstelling aan te passen.
- Onjuiste brandstofdruk: Een hoge brandstofdruk kan een rijk mengsel veroorzaken, maar het komt vaker voor dat voertuigen arm rijden met onvoldoende druk.
- Verstopte brandstofinjectoren: Als een of meer brandstofinjectoren open blijven staan, blijft hij brandstof in de cilinders spuiten, ongeacht de behoeften van de motor.
- Vacuümlek: Lekkende pakkingen van het inlaatspruitstuk of vacuümleidingen kunnen ertoe leiden dat ongedoseerde lucht de motor binnendringt, waardoor de computer de lucht overcompenseert en te veel brandstof stuurt.
- Defecte massale luchtstroomsensor (MAF): De MAF-sensor meet de lucht die de motor binnenkomt. Als er een storing is, kan dit de berekeningen van het brandstofmengsel vertekenen.
- Lekkende brandstofdrukregelaar (FPR): Een defecte FPR kan resulteren in overmatige druk om meer brandstof te leveren dan nodig is.
- Problemen met choke of stationaire luchtregelklep: Oudere auto's hebben mogelijk een mechanische choke of stationaire luchtregelklep die, bij storing, het mengsel rijk kan houden.
- Problemen met de motorkoelvloeistoftemperatuursensor: Een defecte koelvloeistofsensor kan ervoor zorgen dat de motor van het voertuig niet goed opwarmt, wat leidt tot een rijk brandstofmengsel dat zichzelf corrigeert tijdens het opwarmen.