Helikopters gebruik klappende messen lift te genereren. De messen zijn bevestigd aan een rotorkop die in verbinding staat met de motor. Terwijl de motor draait, draait de rotorkop en flapperen de bladen op en neer. Hierdoor ontstaat er lift en wordt de helikopter voortgestuwd.
Autogyros , aan de andere kant, gebruik autorotatie lift te genereren. Autorotatie is het proces waarbij een vleugel lift genereert wanneer deze door de lucht beweegt. Bij een autogiro kunnen de rotorbladen vrij rond hun eigen as draaien. Terwijl de autogiro vooruit beweegt, zorgt de luchtstroom ervoor dat de bladen gaan draaien. Deze rotatie zorgt voor lift en stuwt de autogiro naar voren.
Een ander verschil tussen helikopters en autogyros is dat helikopters kunnen zweven terwijl autogyros dat niet kunnen. Dit komt omdat helikopters een hogere schijfbelasting hebben dan autogyros. Schijfbelasting is de hoeveelheid gewicht die wordt ondersteund door elke vierkante meter rotorblad. Helikopters hebben een hogere schijfbelasting omdat hun rotorbladen kleiner en dichter bij elkaar zijn. Hierdoor kunnen ze meer lift en hover genereren.
Ten slotte zijn helikopters beter manoeuvreerbaar dan autogyros. Dit komt omdat helikopters hun klappende bladen kunnen gebruiken om de richting van hun lift te veranderen. Autogyros daarentegen kunnen de richting van hun lift niet veranderen. Ze zijn afhankelijk van de luchtstroom om te blijven vliegen.
Samenvattend kunnen helikopters en autogyro's beide vliegtuigen met draaivleugels zijn, maar ze hebben enkele belangrijke verschillen. Helikopters gebruiken klappende bladen om lift te genereren en kunnen zweven, terwijl autogyros autorotatie gebruiken om lift te genereren en niet kunnen zweven. Helikopters zijn ook beter manoeuvreerbaar dan autogyros.