1. Benzinemotoren: Bij benzinemotoren regelen MPFI-systemen nauwkeurig de benzinetoevoer naar elke cilinder. Elke cilinder is uitgerust met een eigen brandstofinjector, strategisch gemonteerd nabij de inlaatklep. De injectoren ontvangen elektrische signalen van de motorregeleenheid (ECU), die de precieze timing en hoeveelheid brandstofinjectie bepaalt op basis van verschillende bedrijfsparameters van de motor.
2. Dieselmotoren: Dieselmotoren maken traditioneel gebruik van verschillende brandstofinjectiesystemen vanwege de hogere druk en verschillende brandstofeigenschappen van dieselbrandstof. Common rail-brandstofinjectiesystemen worden veel gebruikt in moderne dieselmotoren, waarbij een hogedrukpomp een constante brandstofdruk handhaaft en elektromagnetisch bediende injectoren de nauwkeurige injectie van diesel in de cilinders regelen.
Sommige dieselmotoren kunnen echter ook gebruikmaken van MPFI-systemen. Bij diesel-MPFI-systemen worden de injectoren mechanisch bediend door de nokkenas van de motor, in plaats van elektronisch aangestuurd zoals bij benzinemotoren. Deze configuratie maakt de precieze timing van de brandstofinjectie mogelijk, maar biedt niet hetzelfde niveau van controle over het injectieproces als elektronische brandstofinjectiesystemen.
Over het algemeen kunnen MPFI-systemen worden gebruikt in zowel benzine- als dieselmotoren, maar het specifieke ontwerp en de implementatie kunnen variëren afhankelijk van het motortype en de prestatie-eisen.