- Injectoren:Zorg ervoor dat de brandstofinjectoren schoon zijn en niet verstopt. Test of vervang ze indien nodig.
- PCM (aandrijflijncontrolemodule):Controleer de PCM op eventuele foutcodes of problemen. Mogelijk moet het worden gereset of opnieuw worden geprogrammeerd.
- Brandstofleidingen en slangen:Controleer de brandstofleidingen en slangen op lekkages, scheuren of verstoppingen. Zorg ervoor dat er geen vacuümlekken zijn.
- Katalysator:Een verstopte of beschadigde katalysator kan ervoor zorgen dat de motor afslaat. Controleer de tegendruk van het uitlaatsysteem.
- Luchtinlaatsysteem van de motor:Zorg ervoor dat het luchtinlaatsysteem vrij is en niet wordt belemmerd, zodat er voldoende lucht in de motor kan komen.