Inspectie vóór de reis:
- Voordat u aan het rijexamen begint, wordt u gevraagd een veiligheidsinspectie van uw voertuig vóór de rit uit te voeren.
In- en uitstappen:
- U begint met het betreden en verlaten van de DMV-parkeerplaats, waarbij u de juiste signalering en controle over het voertuig demonstreert.
Rijden op hoofdwegen:
- U moet op hoofdwegen of straten rijden en de aangegeven snelheidslimieten volgen.
Woningen:
- Links en rechts draaien zal deel uitmaken van de test. U moet signalen geven, uw spiegels en dode hoeken controleren en veilig bochten maken.
Wegen met meerdere rijstroken:
- Mogelijk wordt u gevraagd om op wegen met meerdere rijstroken te rijden, indien nodig van rijstrook te wisselen en een veilige afstand tot andere voertuigen aan te houden.
Verkeerscontrole:
- Tijdens je test kom je verschillende verkeerscontrolemiddelen tegen, zoals stopborden, rode lichten en voorrangsborden. Het correct opvolgen van deze tekens en signalen is essentieel.
Parkeren:
- Mogelijk moet u tijdens uw test parallel parkeren of een driepuntsbocht maken.
Schoolzone:
- Rijden in een schoolzone kan ook inbegrepen zijn, waar je extra voorzichtig moet zijn en de verlaagde snelheidslimiet moet volgen.
Woonwijken:
- Het kan zijn dat u door woonwijken rijdt, waar lagere snelheden en meer aandacht voor voetgangers en fietsers worden verwacht.
Curven en snijpunten:
- Tijdens het testtraject kunt u bochten en kruispunten tegenkomen, waarbij een goede signalisatie, meegeven en snelheidscontrole cruciaal zijn.
De test beëindigen:
- De test eindigt wanneer u veilig terugkeert naar het DMV-testgebied.
Het is belangrijk op te merken dat dit algemene punten zijn en dat de daadwerkelijke testroute kan variëren. Rij-examinatoren beoordelen uw kennis en vaardigheden in verschillende verkeerssituaties, zodat u blijk geeft van veilig rijgedrag. Zorg ervoor dat u bekend bent met de Oregon Driver Manual, de verkeersregels en oefen vóór uw rijexamen om uw kansen op succes te vergroten.