Tractoren werden gemaakt met het doel landbouwtaken te mechaniseren die traditioneel werden uitgevoerd door trekdieren zoals paarden of ossen. Met tractoren kunnen boeren gewassen ploegen, cultiveren, bemesten, planten en oogsten met verhoogde efficiëntie en productiviteit. Met behulp van aan een tractor bevestigde werktuigen worden deze arbeidsintensieve processen gemechaniseerd, waardoor grotere stukken land kunnen worden bewerkt en de gewasopbrengsten kunnen worden verbeterd. Door een krachtbron voor dergelijke taken te bieden, zorgden tractoren voor een revolutie in de landbouwsector, waardoor de handmatige arbeid aanzienlijk werd verminderd, waardoor tijd werd bespaard en efficiëntere grootschalige landbouw mogelijk werd gemaakt.