1. Ruwe olie: Ongeveer 55% van de prijs van benzine aan de pomp is afkomstig van ruwe olie. De kosten van ruwe olie kunnen fluctueren op basis van mondiale vraag en aanbod, geopolitieke factoren en andere marktkrachten.
2. Verfijning: Zodra ruwe olie uit de grond wordt gehaald, moet deze worden geraffineerd tot verschillende producten, waaronder benzine. Bij raffinage zijn complexe processen betrokken die energie- en transportkosten vereisen. Het raffinageproces kan ongeveer 14% van de uiteindelijke benzineprijs uitmaken.
3. Distributie en marketing: Benzine moet van raffinaderijen naar distributieterminals en vervolgens naar individuele benzinestations worden getransporteerd. Transport- en marketingactiviteiten, inclusief opslag, distributie-infrastructuur, branding en marketingkosten, kunnen oplopen tot ongeveer 16% van de benzineprijs.
4. Belastingen: Federale, staats- en lokale overheden heffen verschillende belastingen en heffingen op benzine. Deze belastingen kunnen een aanzienlijk deel van de uiteindelijke prijs uitmaken, variërend van 12% tot 22% in de Verenigde Staten, afhankelijk van de regio.
5. Retailmarkering: Benzinestations voegen een toeslag toe aan de groothandelsprijs voor benzine om hun bedrijfskosten te dekken, zoals huur of hypotheek, nutsvoorzieningen, werknemerslonen en winst. Deze toeslag kan variëren afhankelijk van de locatie van het tankstation en de concurrentie, maar bedraagt doorgaans ongeveer 5% tot 8% van de totale benzineprijs.
Het is belangrijk op te merken dat de werkelijke uitsplitsing van de kosten kan variëren op basis van specifieke locaties en marktomstandigheden. De hier verstrekte percentages zijn dus algemene benaderingen.