* Beide zijn voertuigen die mensen en goederen vervoeren.
* Beide hebben motoren die stroom leveren.
* Beide hebben wielen die over een oppervlak rollen.
* Beide hebben stuursystemen die de bewegingsrichting regelen.
* Beide hebben remmen die het voertuig stoppen of vertragen.
* Beide hebben lampen die de weg of het spoor voor je verlichten.
* Beide hebben signalen die de bedoelingen van het voertuig aan andere voertuigen of voetgangers doorgeven.
* Beide zijn onderworpen aan regelgeving en veiligheidsinspecties.