1. Zet de motor af en verwijder de sleutel uit het contact.
2. Open het deksel van de zekeringkast op het dashboard, meestal aan de bestuurderszijde.
3. Raadpleeg het schema van de zekeringkast om de zekering met het label "Zijverlichting" of "Parkeerverlichting" te vinden.
4. Gebruik de zekeringtrekker om de doorgebrande zekering uit de houder te verwijderen.
5. Inspecteer de verwijderde zekering op zichtbare schade, zoals gesmolten of gebroken gloeidraad.
6. Vervang de doorgebrande zekering door een nieuwe met dezelfde stroomsterkte, doorgaans 5 of 10 ampère.
7. Zorg ervoor dat de nieuwe zekering goed in de houder zit voordat u het deksel van de zekeringkast sluit.
8. Schakel de stadslichten in om te controleren of ze goed werken.
Als de stadslichten nog steeds niet werken nadat u de zekering hebt vervangen, moet u mogelijk een professionele monteur raadplegen om het onderliggende elektrische probleem te diagnosticeren en te repareren.
