* Ontstekingskabels: Versleten of beschadigde bougiekabels kunnen er ook voor zorgen dat de motor niet goed werkt. Controleer de ontstekingsdraden en vervang ze als ze gebarsten of beschadigd zijn.
* Verdelerkap en rotor: De verdelerkap en rotor kunnen er ook voor zorgen dat de motor niet goed werkt. Controleer de verdelerkap en rotor en vervang ze als ze versleten of beschadigd zijn.
* Brandstofinjector: Een defecte brandstofinjector kan ervoor zorgen dat de motor arm loopt, wat kan leiden tot terugslag. Controleer de brandstofinjectoren en vervang ze als ze verstopt of beschadigd zijn.
* O2-sensor: Een defecte O2-sensor kan ervoor zorgen dat de motor rijk wordt, wat kan leiden tot terugslag. Controleer de O2-sensor en vervang deze als deze defect is.
* Vacuümlekken: Vacuümlekken kunnen ervoor zorgen dat de motor arm loopt, wat kan leiden tot terugslag. Controleer de vacuümslangen en vervang ze als ze gebarsten of beschadigd zijn.
* Katalysator: Een verstopte of beschadigde katalysator kan ervoor zorgen dat de motor een averechts effect heeft. Controleer de katalysator en vervang deze als deze verstopt of beschadigd is.