1. Verwijder de bougiedop en de bougie.
2. Steek een dunne staaf of schroevendraaier in het bougiegat totdat deze de zuiger raakt.
3. Markeer de locatie van de stang of schroevendraaier op de motorbehuizing.
4. Verwijder het distributiekettingdeksel.
5. Zoek de nokkenas- en krukastandwielen.
6. De twee markeringen op de tandwielen moeten met elkaar uitgelijnd zijn.
7. Als de markeringen niet op één lijn liggen, draait u de bout van het nokkenastandwiel los en draait u het tandwiel totdat de markeringen op één lijn liggen.
8. Draai de bout van het nokkenastandwiel stevig vast, zodat de markeringen op het tandwiel op één lijn liggen. Zorg ervoor dat hij niet verder beweegt.
9. Vervang het distributiekettingdeksel.
10. Steek de bougie en de bougiedop terug in de bobine.
11. Start de motor en controleer de timing met een distributielampje.
* Als de timing correct is, gaat het timinglampje knipperen wanneer de zuiger zich in het bovenste dode punt (BDP) bevindt.
* Als de timing niet correct is, stel dan het nokkenastandwiel af totdat het distributielampje knippert wanneer de zuiger op het BDP staat.