1. Brandstofmengsel: Als het brandstofmengsel te rijk is, zal de motor heter worden en meer onverbrande brandstof produceren, wat ertoe kan leiden dat er vlammen uit de uitlaat komen. Om het brandstofmengsel te controleren, kunt u met een bougielezer zien of de bougies zwart of roetachtig zijn. Als dit het geval is, is het mengsel te rijk. U kunt het brandstofmengsel aanpassen door aan de lucht/brandstofmengselschroef van de carburateur te draaien.
2. Ontstekingstijdstip: Als het vonktiming te laat is, heeft de brandstof niet genoeg tijd om volledig te verbranden voordat de uitlaatklep opengaat, wat er ook toe kan leiden dat er vlammen uit de uitlaat komen. Om de vonktiming te controleren, kunt u een timinglampje gebruiken om te zien wanneer de bougies ontsteken. De vonk moet ontstaan net voordat de zuiger de bovenkant van de cilinder bereikt. U kunt het vonktijdstip aanpassen door aan de verdeler of nokkenas te draaien.
3. Uitlaatsysteem: Als het uitlaatsysteem verstopt of geblokkeerd is, kan de motor heter gaan draaien en meer onverbrande brandstof produceren, waardoor er vlammen uit de uitlaatpijp kunnen komen. Om het uitlaatsysteem te controleren, kunt u de uitlaatdemper verwijderen en binnenin kijken. Als er veel koolstofophoping of ander vuil aanwezig is, moet het mogelijk worden schoongemaakt of vervangen.
4. Andere problemen: Als het brandstofmengsel, de vonktiming en het uitlaatsysteem allemaal in goede staat zijn, kan er een ander probleem zijn dat de vlammen veroorzaakt. Controleer de brandstofinjector, bougies en andere onderdelen die mogelijk defect zijn.
Als u het probleem niet zelf kunt oplossen, breng uw motorfiets dan naar een gekwalificeerde monteur.