1. Wanneer u de contactschakelaar in de stand "run" zet, wordt er stroom naar het brandstofpomprelais gestuurd.
2. Het brandstofpomprelais is een schakelaar die wordt bestuurd door de contactschakelaar. Wanneer de contactschakelaar wordt ingeschakeld, sluit het relais en voltooit het circuit naar de brandstofpomp.
3. De brandstofpomp is een elektromotor die brandstof uit de brandstoftank naar de carburateur of brandstofinjectoren pompt. Wanneer het brandstofpomprelais gesloten is, begint de brandstofpomp te draaien en pompt brandstof naar de motor.
4. De brandstofpomp draait continu terwijl de motor draait. Wanneer u de contactschakelaar uitzet, wordt het relais geopend en stopt de brandstofpomp.
Dit systeem zorgt ervoor dat de brandstofpomp alleen draait als de motor draait, waardoor overstromingen en andere brandstofgerelateerde problemen worden voorkomen.