1. Zoek de motorkapvergrendeling. Het bevindt zich aan de voorkant van de auto, net onder de motorkap.
2. Inspecteer de motorkapvergrendeling. Zoek naar eventuele schade of slijtage. Als de grendel beschadigd is, moet deze worden vervangen.
3. Reinig de motorkapsluiting. Gebruik een staalborstel om de grendel schoon te maken en eventueel vuil of puin te verwijderen.
4. Breng smeermiddel aan op de motorkapsluiting. Gebruik een glijmiddel op siliconenbasis om de grendel te smeren.
5. Test de motorkapvergrendeling. Open en sluit de motorkap meerdere keren om er zeker van te zijn dat de vergrendeling goed werkt.
6. Pas indien nodig de motorkapsluiting aan. Als de motorkap niet goed sluit, moet u mogelijk de motorkapvergrendeling bijstellen. Om dit te doen, draait u de bouten los die de grendel op zijn plaats houden en stelt u de grendel af totdat de motorkap goed sluit.
7. Zet de bouten vast. Nadat u de motorkapvergrendeling hebt afgesteld, draait u de bouten vast waarmee deze op zijn plaats wordt gehouden.