Normaal gesproken begint het proces wanneer de kredietverstrekker de kredietnemer een ingebrekestelling stuurt, waarin hij hem informeert dat hij achterloopt met de betaling van zijn auto en dat de kredietverstrekker overweegt de auto terug te nemen. De lener heeft mogelijk een bepaalde tijd om zijn rekening actueel te maken, meestal 10 tot 30 dagen. Als zij dit niet doen, kan de kredietverstrekker overgaan tot terugneming.
De kredietverstrekker kan dan een inbeslagnamebureau inhuren om de auto in bezit te nemen. Het bureau zal de auto doorgaans opsporen en in beslag nemen, hetzij op een privéterrein, hetzij op een door de politie in beslag genomen terrein. De lener heeft mogelijk het recht om de auto terug te betalen door het uitstaande saldo plus eventuele inbeslagnamekosten te betalen, maar hij moet dit meestal binnen een bepaalde tijd doen, doorgaans 10 tot 30 dagen.
Als de lener er niet in slaagt de auto binnen de gestelde termijn af te lossen, kan de kredietverstrekker de auto op een openbare veiling verkopen. De opbrengst van de verkoop zal worden gebruikt ter voldoening van het uitstaande saldo van de lening, evenals voor eventuele andere kosten die verband houden met de terugneming en verkoop. Als er een overschot is, wordt dit teruggegeven aan de lener.
Het is belangrijk op te merken dat de specifieke wetten en procedures die het terugnemingsproces beheersen, van rechtsgebied tot rechtsgebied kunnen verschillen, en dat het proces ook kan verschillen afhankelijk van de voorwaarden van de leningsovereenkomst tussen de kredietnemer en de kredietverstrekker. Als u wordt geconfronteerd met de mogelijkheid van terugneming, is het belangrijk om met een ervaren advocaat te spreken om uw rechten en opties te begrijpen en uw belangen te beschermen.