Verminderde tractie: ATV's zijn doorgaans ontworpen voor gebruik op ruw terrein en hun banden zijn geoptimaliseerd voor grip op losse oppervlakken zoals vuil, modder en grind. Bij gebruik op verharde oppervlakken hebben de banden van de ATV een verminderde tractie, wat kan leiden tot slippen en verlies van controle, waardoor het risico op ongevallen toeneemt.
Onvoorspelbare afhandeling: ATV's hebben een hoger zwaartepunt in vergelijking met auto's en motorfietsen, waardoor ze gevoeliger zijn voor kantelen, vooral bij het maken van bochten of bij plotselinge veranderingen in het terrein, oneffen oppervlakken of obstakels op verharde wegen.
Snelheid en zichtbaarheid: ATV's worden vaak gebruikt voor recreatieve offroad-doeleinden, waarbij de snelheden en verkeersomstandigheden doorgaans anders zijn dan op verharde wegen. Rijders die gewend zijn om ATV's met hogere snelheden op open paden te besturen, passen hun snelheid mogelijk niet goed aan wanneer ze op verharde oppervlakken rijden. Bovendien kan de zichtbaarheid van ATV's beperkt zijn, waardoor ze moeilijker te zien zijn voor andere weggebruikers, waardoor het risico op botsingen toeneemt.
Wettelijke beperkingen: In veel rechtsgebieden is het gebruik van ATV's op verharde wegen vanwege veiligheidsoverwegingen beperkt of verboden. Het overtreden van deze beperkingen kan leiden tot juridische gevolgen en boetes.
Daarom wordt het rijden met een ATV op verharde oppervlakken niet aanbevolen en kan dit een oorzaak zijn van ongelukken als gevolg van verminderde tractie, onvoorspelbaar rijgedrag, snelheids- en zichtproblemen en wettelijke beperkingen. Het is belangrijk om ATV's te gebruiken in overeenstemming met het beoogde gebruik en alleen op aangewezen paden of gebieden om het risico op ongevallen te minimaliseren.