1. Maak de stelbout van de koppeling schoon: Zoek de koppelingsstelbout aan de linkerkant van de motor, net onder de koppelingshendel. Reinig de bout en het omliggende gebied om vuil en puin te verwijderen.
2. Draai de borgmoer los: Gebruik een sleutel van 10 mm om de borgmoer op de stelbout van de koppeling los te draaien.
3. Draai de stelbout: Gebruik een platte schroevendraaier om de stelbout in of uit te draaien. Door de bout met de klok mee te draaien, wordt de koppeling strakker, terwijl door hem tegen de klok in te draaien de koppeling losser wordt.
4. Controleer de vrije slag van de koppeling: Controleer na het afstellen van de bout de vrije slag van de koppelingshendel. De vrije speling moet tussen 10 en 15 mm (0,39 tot 0,59 inch) liggen. Als de vrije slag te strak is, zal de koppeling niet goed ontkoppelen, en als deze te los is, zal de koppeling niet goed aangrijpen.
5. Draai de borgmoer vast: Zodra u de koppeling op de gewenste vrije slag heeft afgesteld, draait u de borgmoer vast om de afstelling vast te zetten.
Het is belangrijk op te merken dat als de koppeling slipt of niet goed aangrijpt, het nodig kan zijn om de koppelingsplaten of andere koppelingscomponenten te vervangen. Als u niet zeker weet hoe u de koppeling moet afstellen, is het raadzaam een gekwalificeerde monteur te raadplegen.