2. Controleer de schakelmagneet. De schakelsolenoïde is een elektrisch onderdeel dat het schakelen van de versnellingen regelt. Zorg ervoor dat de schakelsolenoïde goed werkt en stroom krijgt.
3. Controleer het transmissievloeistofpeil. De transmissievloeistof is essentieel voor de goede werking van de transmissie. Zorg ervoor dat het transmissievloeistofpeil vol is en dat de vloeistof schoon is.
4. Controleer het transmissiefilter. Het transmissiefilter helpt de transmissievloeistof schoon te houden. Zorg ervoor dat het transmissiefilter schoon is en niet verstopt is.
5. Controleer de transmissietandwielen. Als met alle bovenstaande stappen het probleem niet is opgelost, is het mogelijk dat de transmissietandwielen beschadigd zijn. Hiervoor moet de transmissie worden gedemonteerd en moeten de tandwielen worden vervangen.