Reinig het gasklephuis. Een vuil gasklephuis kan er ook voor zorgen dat het stationair hoog staat. Het gasklephuis bevindt zich op het inlaatspruitstuk en regelt de hoeveelheid lucht die in de motor stroomt. Om het gasklephuis schoon te maken, verwijdert u het luchtfilterhuis en spuit u de binnenkant van het gasklephuis in met een gasklephuisreiniger. Gebruik een schone doek om vuil en vuil weg te vegen.
Controleer de stationairluchtregelklep (IACV). De stationairluchtregelklep regelt de hoeveelheid lucht die het gasklephuis omzeilt en de motor binnenkomt. Als de IACV defect is, kan dit ertoe leiden dat de inactiviteit hoog is. Om de IACV te controleren, koppelt u de elektrische connector los en start u de motor. Als het stationair toerental daalt, is de IACV defect en moet deze worden vervangen.
Controleer op een defecte koelvloeistoftemperatuursensor. Een defecte koelvloeistoftemperatuursensor kan ervoor zorgen dat de motor rijk loopt en het stationair toerental hoog wordt. De koelvloeistoftemperatuursensor bevindt zich op het inlaatspruitstuk. Om de koelvloeistoftemperatuursensor te controleren, koppelt u de elektrische connector los en start u de motor. Als het stationair toerental daalt, is de koelvloeistoftemperatuursensor defect en moet deze worden vervangen.
Stel de stationairsnelheidsschroef af. Als geen van de bovenstaande oplossingen werkt, moet u mogelijk de stationairtoerentalschroef afstellen. De stationairtoerentalschroef bevindt zich aan de achterkant van het gasklephuis. Om de stationairsnelheidsschroef af te stellen, draait u deze met de klok mee om het stationair toerental te verhogen of tegen de klok in om het stationair toerental te verlagen.
Opmerking :Als u geen vacuümlek kunt vinden, het gasklephuis kunt reinigen, de IACV kunt controleren, de koelvloeistoftemperatuursensor kunt controleren of de stationairsnelheidsschroef kunt afstellen, moet u mogelijk uw auto naar een monteur brengen voor verdere diagnose.**