1. Zorg ervoor dat de motor volledig is uitgeschakeld.
2. Zoek de OBD-II-poort onder het dashboard, meestal vlakbij de voetenruimte aan de bestuurderszijde. Het is een 16-pins connector die meestal wordt afgedekt door een plastic kapje.
3. Koop een OBD-II-scanner of leen er een bij een plaatselijke auto-onderdelenwinkel. Sluit de OBD-II-scanner aan op de poort.
4. Draai de contactsleutel naar de stand "ON", maar start de motor niet.
5. Volg de aanwijzingen op de OBD-II-scanner om toegang te krijgen tot de diagnostische foutcodes van het voertuig.
6. Zodra u de foutcode heeft, gebruikt u de scanner om deze te resetten.
7. Zet het contact uit en koppel de OBD-II-scanner los.
8. Start de motor om te controleren of het controlelampje uit is.
Als het controlelampje weer gaat branden, is er mogelijk een onderliggend probleem met uw voertuig dat professionele aandacht vereist.