2. Controleer de lichtsensor SRS (Supplemental Restraint System) en Airbag Off. De sensor bevindt zich aan de passagierszijde van het dashboard, vlakbij de voorruit. Zorg ervoor dat de sensor schoon is en vrij van obstakels. Als de sensor vuil of geblokkeerd is, kunnen de SRS- en Airbag Off-lampjes gaan branden.
3. Controleer de bedrading van het SRS (Supplemental Restraint System) en het Airbag Off-lampje. Zorg ervoor dat de bedrading goed is aangesloten en dat er geen losse of gerafelde draden zijn. Als de bedrading beschadigd is, kunnen de SRS- en Airbag Off-lampjes gaan branden.
4. Controleer de lichtregelmodule SRS (Supplemental Restraint System) en Airbag Off. De bedieningsmodule bevindt zich onder de voorstoel. Zorg ervoor dat de besturingsmodule goed is aangesloten en dat er geen losse of gerafelde draden zijn. Als de regelmodule beschadigd is, kunnen de SRS- en Airbag Off-lampjes gaan branden.
5. Laat het voertuig scannen op diagnostische codes. Een diagnostische codelezer kan helpen de oorzaak van het probleem te identificeren. Als er diagnostische codes zijn die verband houden met het SRS- of airbagsysteem, laat deze dan repareren door een gekwalificeerde technicus.
6. Als u al het bovenstaande heeft geprobeerd en de SRS- en Airbag Off-lampjes nog steeds branden, moet u uw auto naar een gekwalificeerde technicus brengen voor diagnose en reparatie.