Controleer de raamschakelaar:
1. Controleer eerst de raamschakelaar. Zorg ervoor dat deze in de "omhoog"-positie staat en dat er stroom naar de schakelaar gaat. Als de schakelaar niet werkt, vervang deze dan.
Inspecteer de raammechanisme:
2. Als de schakelaar werkt, ligt het probleem mogelijk bij de raammechanisme. De regelaar is het mechanisme dat het raam op en neer beweegt. Om de regelaar te inspecteren, verwijdert u het deurpaneel en zoekt u naar eventuele schade of obstructies. Als de regelaar beschadigd is, vervang deze dan.
Reinig en smeer de raamrails:
3. Als de regelaar goed werkt, ligt het probleem mogelijk bij de raamrails. De rails zijn de kanalen waar de ruit in schuift. Maak de rails schoon en smeer ze in met een glijmiddel op siliconenbasis.
Controleer de raammotor:
4. Als het raam nog steeds niet opengaat, ligt het probleem mogelijk bij de raammotor. De motor is verantwoordelijk voor het voeden van de regelaar. Om de motor te controleren, moet u er rechtstreeks stroom op zetten. Als de motor niet werkt, vervang deze dan.
Monteer de deur weer:
5. Nadat u het probleem heeft opgelost, zet u het deurpaneel weer in elkaar. Zorg ervoor dat alle schroeven en bouten goed vastzitten voordat u het venster test.
Als u het probleem niet zelf kunt oplossen, moet u mogelijk uw auto naar een monteur brengen.
Aanvullende tips:
- Als het raam vastzit in de bovenste stand, kunt u proberen het naar beneden te wrikken met een platte schroevendraaier. Zorg ervoor dat u het raam niet beschadigt.
- Als de ruit vastzit in de neerwaartse positie, kunt u proberen deze met de hand omhoog te trekken. Nogmaals, zorg ervoor dat u het raam niet beschadigt.
- Als u aan de bestuurderszijde werkt, zorg er dan voor dat u de airbag niet loskoppelt.