1. Zet de contactschakelaar in de stand "ON" zonder de motor te starten.
2. Zoek de diagnosepoort of connector onder het dashboard, meestal vlakbij de stuurkolom.
3. Gebruik een verbindingsdraad of een paperclip om de "TEN"- en "GND"-aansluitingen op de diagnosepoort aan te sluiten. De "TEN"-aansluiting wordt gewoonlijk aangeduid als "TEN", terwijl de "GND"-aansluiting vaak wordt gemarkeerd als "GND" of een aardesymbool heeft.
4. Nadat u de aansluitingen hebt aangesloten, begint het controlelampje (CEL) of het storingsindicatielampje (MIL) op het instrumentenpaneel te knipperen.
5. Tel het aantal knipperingen en de pauzes tussen de knipperingen. Elke knippering vertegenwoordigt een cijfer van de probleemcode. Er kunnen meerdere foutcodes zijn opgeslagen, dus tel het aantal knipperingen en pauzes voor elke code.
6. Noteer de foutcodes door de reeks knipperingen en pauzes op te schrijven. Als de CEL bijvoorbeeld drie keer knippert, pauzeert en vervolgens twee keer knippert, is de foutcode 32.
7. Raadpleeg de Mazda-foutcodetabel of een reparatiehandleiding voor de specifieke definities en beschrijvingen van de gevonden foutcodes. Dit zal u helpen de onderliggende problemen met uw voertuig te identificeren en te begrijpen.
8. Nadat u alle foutcodes hebt opgehaald en genoteerd, verwijdert u de verbindingsdraad of paperclip uit de diagnosepoort.
Houd er rekening mee dat deze methode voor het ophalen van foutcodes beperkt is tot voertuigen die voldoen aan OBD-I en mogelijk niet van toepassing is op alle modeljaren of varianten van de Mazda B2500. Als u niet zeker bent over de compatibiliteit of nauwkeurigheid van deze methode, raadpleeg dan de gebruikershandleiding van uw voertuig of raadpleeg een professionele monteur voor hulp.