1. Zoek de bron van het lek. Dit kan afkomstig zijn van de stuurkolomafdichting, de stuurbekrachtigingspomp of de slangen.
2. Vervang het defecte onderdeel. Als het lek afkomstig is van de afdichting van de stuurkolom, moet u het stuurwiel en de stuurkolomafdekking verwijderen om toegang te krijgen tot de afdichting. Als het lek uit de stuurbekrachtigingspomp komt, moet u de pomp verwijderen en de afdichting vervangen. Als het lek uit de slangen komt, moet u de slangen verwijderen en vervangen door nieuwe.
3. Zet indien nodig de stuurkolom en de stuurbekrachtigingspomp weer in elkaar.
4. Test de stuurkolom op lekkage.