2. Weerstand ventilatormotor: De ventilatormotorweerstand regelt de snelheid van de ventilatormotor. Als de weerstand defect raakt, krijgt de ventilatormotor mogelijk geen stroom en werkt deze niet meer. Controleer op tekenen van schade of oververhitting.
3. Aanjagermotorrelais: Het ventilatormotorrelais regelt de stroomtoevoer naar de ventilatormotor. Als het relais uitvalt, krijgt de ventilatormotor geen stroom en werkt deze niet. Test het relais op continuïteit.
4. Bedradingsproblemen: Controleer op losse, beschadigde of gecorrodeerde bedrading die de stroomtoevoer naar de ventilatormotor kan beïnvloeden. Zorg ervoor dat alle verbindingen veilig zijn.
5. Defecte HVAC-regeleenheid: De HVAC-regeleenheid is verantwoordelijk voor het beheer van de ventilatormotor en andere klimaatbeheersingsfuncties. Als de regeleenheid uitvalt, verzendt deze mogelijk geen signaal om de ventilatormotor te activeren. Controleer of de besturingseenheid functioneel is.
6. Cabineluchtfilter: Een verstopt of vuil interieurfilter kan de luchtstroom belemmeren en ervoor zorgen dat de ventilatormotor harder werkt dan normaal. Deze spanning kan leiden tot voortijdig motorfalen. Vervang regelmatig het cabineluchtfilter.
7. Zekering: Controleer de zekering die verantwoordelijk is voor het voeden van de ventilatormotor. Als de zekering is doorgebrand, vervang deze dan door een zekering met de juiste stroomsterkte.