1. Draai de sleutel naar de stand "Aan", maar start de motor niet.
2. Houd de ritresetknop op het instrumentenpaneel ingedrukt.
3. Terwijl u de ritresetknop ingedrukt houdt, draait u de sleutel naar de stand "Uit".
4. Houd de ritresetknop nog enkele seconden ingedrukt nadat u de sleutel hebt uitgeschakeld.
5. Laat de ritresetknop los.
6. Start de motor.
Het controlemotorwaarschuwingslampje moet nu worden gereset.
Opmerking:Als het waarschuwingslampje voor de motorcontrole opnieuw gaat branden na het resetten, is het raadzaam het voertuig te laten diagnosticeren door een gekwalificeerde monteur om het onderliggende probleem te identificeren en op te lossen.