1. Controleer de oliedrukmeter.
- Als de oliedrukmeter een waarde van 0 psi weergeeft, functioneert de oliepomp niet.
- Als de oliedrukmeter consistent een lagere waarde dan normaal aangeeft, is de oliepomp zwak en moet deze worden vervangen.
2. Verwijder de oliedrukzender.
- Deze bevindt zich meestal op het motorblok, vlakbij het oliefilter.
- Start de motor en kijk of er olie uit het gat van de zendeenheid stroomt. Als er geen oliestroom is, functioneert de oliepomp niet goed.
3. Controleer het aandrijftandwiel van de oliepomp.
- Het aandrijftandwiel van de oliepomp bevindt zich aan de onderkant van de verdeler.
- Verwijder de verdeler en inspecteer het aandrijftandwiel op schade of slijtage. Als het aandrijftandwiel beschadigd of versleten is, kan de oliepomp de olie niet goed laten circuleren.
4. Controleer het oliepompscherm.
- Het oliepompscherm bevindt zich aan de onderkant van de oliecarter.
- Verwijder het oliecarter en inspecteer het scherm op vuil of verstopping. Als het scherm verstopt is, kan de oliepomp de olie niet goed aanzuigen.
5. Controleer de ontlastklep van de oliepomp.
- De ontlastklep van de oliepomp bevindt zich aan de zijkant van de oliepomp.
- Inspecteer de ontlastklep op schade of slijtage. Als de ontlastklep beschadigd of versleten is, kan deze de oliedruk niet goed regelen.